NASO (neem op): Hier volgen verdere opdrachten inzake het transport van de Tabernakel. Daarna wordt opgedragen iedereen die ritueel onrein is, buiten het kamp te plaatsen. Dan volgt een richtlijn voor wie zaken ontvreemd heeft.
Als een man zijn vrouw van ontrouw verdenkt, kan hij haar naar de
priester brengen, die een aantal handelingen uitvoert, waaronder het
mengen van wat stof van de vloer met water en het schrijven van G’ds
naam op een stuk perkament. De vrouw moet het vloekbrengende water
drinken. Daaruit zal blijken of zij al dan niet schuldig is; zo ja dan
zwelt haar buik op en vallen haar dijen in. Zo nee, dan zal ze (weer)
kinderen krijgen. Voorts wordt de wet op het nazireeërschap vermeld:
een nazier is iemand die vrijwillig een gelofte op zich neemt gedurende
een zekere tijd. In die periode mag zij of hij geen wijn drinken of wat
dan ook van de wijngaard eten, dan wel andere sterke drank gebruiken.
Voorts moet haar/zijn hoofdhaar niet geschoren worden en zij/hij mag
zich niet verontreinigen aan een overledene. Aan het einde van de
periode brengt hij/zij een offer in de Tempel, scheert het hoofd en
hervat het normale leven. De kohaniem moeten het volk zegenen. Het
Heiligdom krijgt van alle stammen dezelfde geschenken, die per stuk
worden opgenoemd.
Numerieke gegevens: Naso is de 35e van de 54 Sidrot. Het bevat 176 pesoekiem (verzen), 7 ge- en 11 verboden. |
Eerste alija (Koheen 4:1-37)
De tweede telling van de stam Levi gaat verder met de familie van |
Tweede alija (Levi 4:38-49)
Er waren 2.630 lewie?iem van Gersjon en 3.200 van Merari. De familie |
Bemidbar 4:22: “Neem het aantal op van de zonen van Gersjon ook van hen…”
Wat betekent ?ook? van hen? De afstammelingen van de levietenfamilie
Kehat moesten de belangrijkste voorwerpen uit het Misjkan dragen: de
Menora, de Arke, het Altaar, de Tafel met de toonbroden. De familie van
Gersjon moest de tentkleden en gordijnen en andere minder belangrijke
voorwerpen dragen. Daarom zegt de Tora ?ook? de familie van Gersjon
moet Naso – verheven worden. Dit is belangrijk bij gemeenschappelijk
optreden. Wanneer wij voor een jeugdvereniging of kehilla werken zijn
er ‘kowed-functies’ en er is ‘het sjlep-werk.’ Beide zijn even
belangrijk. Hetzelfde zien we in Dewariem 33:18: “Verheug u
Zewoeloen, wanneer u uittrekt en Jissachar in uw tenten”. Hier gaat het
over het partnership tussen de zakenman en de Torastudent. Beide zijn
belangrijk en de zakenman wordt vermeld vóór de Tora-leerling omdat G’d
weet dat beiden even belangrijk zijn.
Derde alija (5:1-10)
Drie onreinen worden uit het kamp gestuurd. De metsora (melaatse) werd
Advertentie (4)
|