Het overkoepelende orgaan van de joodse jongeren in Nederland, het Joods Jongeren Verbond, zal niet langer een halve zetel binnen het CJO innemen. Het JJV meent door het CJO nooit als volwaardig overleggenoot te zijn beschouwd en geeft de zetel terug die zij moesten delen met de Nederlandse Joodse Jeugd.
Op 18 mei werd minister Verdonk van van Vreemdelingenzaken en
Integratie middels onderstaand schrijven van het besluit in kennis
gesteld.
Excellentie,
Langs deze weg willen wij u laten weten dat het Centraal Joods Overleg
(CJO), het overkoepelende orgaan van Joods Nederland, na twee jaar
onderhandelen nog steeds niet bereid is de Joodse jongeren, verenigd in
het Joods Jongeren Verbond, een volwaardige zetel in haar bestuur te
geven.
Het Joods Jongeren Verbond is het overkoepelend overlegorgaan voor
Joodse jongeren die de belangen van haar achterban zo goed mogelijk
tracht te behartigten. In het Joods Jongeren Verbond zijn alle
belangrijke Joodse jongerenorganisaties, te weten IJAR, Moos!, Oz,
JPIG, CiJO, Kaits en het Joods Studentenhuis Leiden, vertegenwoordigd.
Ruim twee jaar geleden heeft het CJO het Joods Jongeren Verbond voor de
duur van één jaar een halve zetel in haar bestuur aangeboden. Na dat
jaar zou het Joods Jongeren Verbond met een andere organisatie, die ook
een halve zetel aangeboden kreeg, moeten komen tot een gezamelijke
afvaardiging. Het Joods Jongeren Verbond was onthutst over dit aanbod
en is hiermee niet akkoord gegaan, maar heeft in het belang van de
gemeenschap en haar achterban in het bijzonder, voor een periode van
twaalf maanden, haar verantwoordelijkheid genomen door de
verdeling van de door de overheid vrijgemaakte Maror-gelden voorrang te
verlenen.
Gedurende onze deelname aan het besluitvormingsproces van het CJO en na
de verdeling van de Maror-gelden heeft het Joods Jongeren Verbond
verschillende malen getracht een voorstel tot volwaardige toetreding
ter tafel en ter stemming te brengen; dit alles zonder enig resultaat.
Ons inziens is dit bestuurlijk onfatsoenlijk en laakbaar in het kader
van de redelijkheid van ons verzoek, onze positieve bijdragen van de
eerder genoemde periode van twaalf maanden en de eerder genoemde
afspraak om na afloop van ?de twaalf gedoogde maanden? te situatie te
evalueren. Het Joods Jongeren Verbond heeft dan ook besloten om haar
halve zetel op te geven en heeft het CJO te kennen gegeven dat zij de
externe belangen van de Joodse jongeren voortaan via alternatieve
kanalen zal moeten behartigen.
De Joodse jongeren van nu zullen binnen enkele jaren de Nederlandse
Joodse gemeenschap van de toekomst moeten vormen. Deze jongeren kennen
en ervaren als geen andere de problemen van onrust in onze samenleving
en zoeken weer op een geheel eigen wijze naar oplossingen. Naar onze
mening is het dan ook onmogelijk dat het CJO door de aard van haar
werkzaamheden een bijdrage levert aan de toekomst van Joods Nederland,
zonder daarbij de visie van de jongeren te betrekken. Een organisatie
die geen rekening wenst te houden met haar toekomst heeft in onze ogen
geen toekomst.
Wij zijn dan ook van mening dat het ontbreken van een jongerenzetel het
draagvlak en representativiteit van het CJO niet ten goede zal komen.
Gezien het feit dat het CJO namens de Joodse gemeenschap naar buiten
toe als contactorgaan optreedt en uw toespraak tijdens de presentatie
van het CMO in beschouwing genomen te hebben, komen wij tot de
conclusie dat u van mening bent dat u de representativiteit van het
CJO, die naast de jongeren ook de wereldwijd gewaardeerde
vrouwenorganisatie Wizo een zetel weigert, netzoals die van het CMO op
korte termijn tegen het licht houdt om te zien of verdere samenwerking
met hen kan plaatsvinden. Graag vernemen wij van u of u onze conclusie
deelt.
De overheid kan ons inzake Joods jongerenbeleid