Israël mag doorgaan met vernielen van huizen in Rafah


Het Israëlische Hooggerechtshof heeft zondagochtend het beroep verworpen tegen de vernieling van woningen in Rafah door het Israëlische leger. Het beroep was ingediend door 13 Palestijnen van wie het huis werd afgebroken.

Israël beroept zich op het recht tot afbraak, omdat men meent vanuit die huizen te worden aangevallen.

De rechters laten de vernielingen nu toe, maar alleen als ze
plaatsvinden om ‘operationele redenen’ of omdat het leven van
Israëlische soldaten in gevaar is. Volgens het Hooggerechtshof
beantwoordden de vernielingen van de afgelopen dagen aan die voorwaarde
en zijn ze niet ingegeven door overtuiging of bestraffing.

Een nieuw beroep tegen de beslissing van zondag zou volgens een
regeringswoordvoerder niet meer mogelijk zijn “zolang aan de
voorwaarden werd voldaan”.

Zaterdag had het Hooggerechtshof in kort geding een tijdelijke ban op
de vernielingen uitgesproken. Het leger lijkt de rechters te hebben
kunnen overtuigen van de militaire noodzaak om de huizen te vernielen.

De afgelopen dagen werden meer dan 80 huizen van Palestijnen in Rafah
in het zuiden van de Gazastrook met de grond gelijk gemaakt. Zo’n
duizend mensen werden dakloos.

De Israëlische afbraakpolitiek ontmoet internationaal grote weerstand.
Zaterdag veroordeelde VN-secretaris-generaal Kofi Annan deze praktijk.
Ook de VS hebben bij monde van Minister van Buitenlandse Zaken Colin
Powell op een persconferentie in Jordanië laten weten gekant te zijn
tegen de vernieling van Palestijnse huizen.

Zie ook: Haaretz, 16 emi 2004

Begin maart 2004 schreef Ben Granby in het alternatieve internet
magazine CounterPunch een ooggetuigeverslag van een eerdere ronde
huisverwoestingen in Rafah: “Nightmare in  Rafah”.

Advertentie (4)