Het hoofdredactioneel commentaar in Trouw van 18 mei 2004 spreekt de voorzichtige hoop uit dat het bezoek van minister Bot aan Arafat een eerste aanzet is om Nederland als EU-voorzitter het komende halfjaar een rol te laten spelen. Want het conflict in Israël smeekt om inmenging.
Het was voor het eerst weer echt vol zaterdagavond op het Rabinplein in
Tel Aviv. 150000 Israëliërs riepen daar de regering op zich uit Gaza
terug te trekken en met de Palestijnen te gaan praten. Maar als het
volle plein aanleiding gaf tot een sprankje hoop, dan zorgde het met
kogelvrij glas afgeschermde podium voor het tegendeel. “Daar heb je hem
weer”, klonk het hier en daar zuchtend op het plein, toen
oppositieleider Sjimon Peres het spreekgestoelte beklom. Maar Peres is
het enige wat de Arbeiderspartij te bieden heeft. De Nobelprijswinnaar
voor de vrede -een eer die hij deelt met Jasser Arafat- steekt niet
onder stoelen of banken dat hij zijn hoop heeft gevestigd op Ariël
Sjaron, opdat die de nederzettingen in Gaza zal ontmantelen. Peres
heeft het in zijn lange loopbaan nooit aangedurfd de kolonisten aan te
pakken.
En Peres gaat eraan voorbij dat de door Sjaron voorgestelde
terugtrekking uit Gaza er één is zonder praten, zonder vredesproces,
met geweld. Want Sjaron wil bewijzen dat zijn terugtrekking een
overwinning is, waarbij hij de Palestijnen verslagen achterlaat.
De Israëlische premier heeft zijn vijand mee. Nietzsche zei het al:
“Hij die leeft van het gevecht met de vijand, heeft er belang bij die
vijand te behouden.” De afgelopen drie jaren heeft Sjaron Arafat
‘behouden’, opgesloten in zijn hoofdkwartier, waar de Palestijnse
leider zaterdag weer eens verklaarde dat “daden van martelaarschap de
wereld bewijzen dat Palest ina het vaderland is van het
Palestijnse volk en geen enkel alternatief aanvaardbaar is”.
Het is duidelijk dat met deze leiders die al jaren de toon zetten
-alledrie boven de 75- de kansen op een ommekeer niet groot zijn, zeker
niet zonder inmenging van buiten. Maar de Amerikanen hebben zich in
Palestijnse ogen te zeer buitenspel gezet. Omgekeerd ziet Israël de
Europeanen veelal als een te verwaarlozen grootheid.
Toch smeekt het conflict om inmenging. Een Arabische minister
verwoordde het eergisteren in Amman als volgt: ‘Amerika’s evenwichtige
beleid helt over naar Israël; als dat van jullie nou eens naar ons
overhelt, kunnen jullie samen misschien iets uitrichten.’ Wellicht dat
het bezoek van minister Bot aan Arafat zondag een eerste aanzet was om
het komende halfjaar als EU-voorzitter een rol te spelen. Met minimale
verwachtingen.
Tijdens zijn bezoek aan Arafat afgelopen weekeinde merkte Bot dat er
mogelijkheden zijn als Nederland vanaf 1 juli voorzitter is van de
Europese Unie. “Europa is weer volop in beeld”, constateerde hij. “De
Amerikanen zien in dat ze het niet alleen voor elkaar krijgen om het
vredesproces vlot te trekken. Als we samen zouden optrekken, dan is er
misschien beweging mogelijk. En Nederland ligt goed bij Israël, bij de
Palestijnen, bij de Amerikanen en bij onze Europese partners,”
constateerde hij gisteren na gesprekken met de EU-ministers van
buitenlandse zaken.
Europa hoort samen met de VS, Rusland en de VN tot het zogenoemde
kwartet dat toezicht probeert te houden op het vredesproces in het
Midden-Oosten. Van dat kwartet is weinig meer vernomen sinds de VS op
eigen houtje zaken doen met Israël. Maar volgens Bot beseffen de VS dat
ze niet verder komen. “Dus Europa kan nu een rol spelen”, concludeerde
hij. Ook bij Israël en de Palestijnen ziet Bot een verandering. “Beide
partijen zien dat het te gek wordt. Het kan niet eindeloos doorgaan met
zelfmoordaanslagen en het bulldozeren van huizen.”