Het Marokkaans-joodse lentefeest in de Boekmanzaal van het Amsterdamse stadhuis werd opgeluisterd met sprekers, een modeshow en heel veel eten en muziek.
De
toon werd direct bij binnenkomst gezet: iedereen werd met mufleta (plat
brood) met boter, honing, melk en met noten gevulde dadels
verwelkomd, terwijl het ensemble Al Almal op violen, Marokkaanse luit,
keyboard en darbuka de ruimte vulde met opzwepende Marokkaanse muziek
en zang.
De herkomst van sommigen was te zien aan de hoofddeksels,
keppel, fez of hoofddoek, enkele vrouwen gingen gekleed in fraaie,
kleurige kaftans, en ook sommige mannen droegen traditionele lange
gewaden.
Het openingswoord van Mimoena 2004 werd gesproken door
Mohamed Sini, de voorzitter van de stichting Islam en Burgerschap. “Wij
maken hier geen onderscheid vanwege ethniciteit of godsdienst. Het
conflict dat in Israël wordt uitgevochten met de Palestijnen kan niet
in Amsterdam worden opgelost. Joden en moslims hebben hier in de stad
geen conflict. Wij zitten in hetzelfde schuitje! Joden hebben te maken
met antisemitisme en sinds 11 september
is er sprake van een
toenemende islamofobie. Tegen die tendensen moeten we samen strijden.
Deze Mimoena laat zien dat dat kà n!”
Vervolgens was het woord
aan Ahmed Aboutaleb, wethouder van Werk en Inkomen, Educatie, Jeugd en
Diversiteit, Grote Stedenbeleid (GSB). Hij verving burgemeester Job
Cohen die op vacantie is. Ook aanwezig was wethouder Duco Stadig van
Grondzaken, Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting, Stadsvernieuwing,
Waterbeheer.
“Vorig jaar werd de Mimoenaviering gehouden in de
Liberaal-Joodse Gemeente, hier in de stad, dit jaar bevinden we ons op
neutraal terrein. Het zijn turbulente tijden, maar vandaag vieren wij
het lentefeest en willen we het niet hebben over dit betreurenswaardige
klimaat waarin verharding van standpunten en angst aan beide kanten
toenemen.”
De wethouder vertelde over de reis die hij onlangs met een aantal collega’s maakte naar Marokko.
“Wij
waren in Marrakesj bij een oud joods gebouw, een synagoge. Het gebouw
wordt geleidelijk gesloopt, niet door mensenhanden maar door de
inwerking van de natuur. Op de muren is geen enkele bekladding te zien.
Dat gebouw staat model voor Marokkaanse joden, die zonder enige
wanklank geïntegreerd met moslims samenleefden. De joods-Marokkaanse
tradities hebben aan vele aspecten van de Marokkaanse cultuur en
samenleving bijgedragen. Discriminatie is voor mij een begrip dat ik
pas in Nederland heb leren kennen.”
“Wij zijn hier bij elkaar om te
vieren wat ons bindt: ons mens zijn. Tolerantie is niet het afstand
houden, de andere kant uit kijken! Wie tolerantie claimt moet ook
tolerant zìjn.
De gemeente Amsterdam staat voor tolerantie, en burgers moeten hun steentje bijdragen met woorden, daden en ook met geld.
Ik ben blij dat de Marokkaanse gemeenschap dit jaar meedoet met de herdenkingen van 4 en 5 mei.
Ikzelf
was uitgenodigd om te spreken tijdens de Auschwitz herdenking in de
RAI. Dat was een groots gebaar van de organisatie, een teken van echt
groot zijn.”
Aboutaleb
kreeg na deze woorden een groot applaus. Na zijn toespraak vertrok de
wethouder en hoorde dus niet hoe Sami Kaspi, de onvermoeibare motor
achter de stiching Maimon, de mensen in het Arabisch en het Hebreeuws
verwelkomde.
“Dit zijn woorden die tweeduizend jaar oud zijn!
Marokkanen zijn Marokkanen, het maakt niet uit of ze jood zijn of
moslim. In de Nederlandse maatschappij zijn joden en Marokkanen beide
minderheden. Die moeten tegenover elkaar respect betonen. Je moet je
zo gedragen d