Tom Spiero staat stil bij de Israëlische Dag der Gevallenen en Onafhankelijkheidsdag. En ageert tegen het feit dat sommige ‘haredim’ deze dagen niet respecteren.
Dit jaar wordt Israëls onafhankelijkheid op 27 april gevierd. De dag daarvoor
loeien om 11.00 uur de sirenes en worden twee minuten stilte in acht
genomen ter nagedachtenis van de gevallenen.
Menig jaar ontstaat er stampij omdat sommige haredim dan gewoon
doorlopen of zelfs op dat moment tot verbranding van de nationale vlag
overgaan. De veelgeprezen eenheid van het Joodse Volk delft dan even
het onderspit. Op Jom Hazikaron zendt de Israëlische televisie in
plaats van haar gebruikelijke programma’s een voor een de namen van de
gevallenen uit. Op begraafplaatsen worden herdenkingsbijeenkomsten
gehouden. Hierbij wil het wel gebeuren dat de rabbijn die de aanwezigen
voor wil gaan, het spreken onmogelijk gemaakt wordt.
Voor de nabestaanden is het sneuvelen van een dierbare een
onoverkomelijke ramp. Het is een verdriet dat je altijd met je
meedraagt. Door Jom Hazikaron en Jom Ha’atsmaoet te koppelen wordt
jaarlijks een mogelijkheid geboden dat verdriet een draagbare plaats te
geven. De kracht die leven heet, stelt velen daartoe over de tijd
genomen in staat. De haredi-protesten verstoren de zo met moeite
hervonden balans.
Op een internationale bijeenkomst van de World Union for Progressive
Judaism sprak Rabbijn Eric Yoffie over de liefde van de leden van
de beweging voor volk en Staat Israël, de kern van onze identiteit en
de reden van ons bestaan. Hij stond stil bij de verscheidenheid die
altijd al een kenmerk van ons volk geweest is. Die diversiteit
definieert ons als volk en is gebleken een bron van kracht en
inspiratie te zijn. En hij merkte op dat hij oproepen tot eenheid met
een zeker wantrouwen aanhoort omdat eenheid slechts zelden ons deel
was. Dit gevoel wordt voor hem nog versterkt wanneer je niet kan
nalaten te bemerken dat die oproepen komen uit rechtse en orthodoxe
hoek en uitnodigen zich te scharen achter het daarbij horende
gedachtegoed.
Op een persoonlijk niveau beleef ik deze gevoelens mee. Mijn grootste –
misschien wel enige echte – held is Mosje. Ik kan niet begrijpen hoe
deze reus, die zijn grootheid ook ontleedt aan zijn feilbaarheid, velen
kan inspireren onfeilbaar geachte rabbijnen te volgen en tegelijkertijd
het bestaan van degenen die dat niet doen te ontkennen. Het moedwillig
negeren van het offer dat Israëls gevallenen hebben gebracht ten
faveure van de suprematie van de vervulling van de mitswot (goddelijke
opdrachten) is het gevolg van een tragisch misverstand. Wanneer het
naleven van de mitswot niet helpt bij te dragen aan grotere
menselijkheid, is Gods opdracht aan ons voorbijgegaan.
Mijn beide zoons zijn tijdens hun dienen in de Israëli Defense Forces
maar net aan grote gevaren ontsnapt. Ik ben God daarvoor dankbaar. En
mijn hart gaat uit naar degenen die niet zo fortuinlijk geweest zijn.
Ik wens u allen een Jom Ha’atsmaoet sameach.