Filmmaatschappijen brengen The Passion of The Christ niet uit in Israël, waar de verontwaardiging over de film groot is. Kopieën op dvd en video vinden echter gretig aftrek onder Arabieren, schrijft NRC-correspondent Oscar Garschagen in de krant van 10 april.
Op de markt bij de Damascus Poort, niet ver van de Via Dolorosa, de
‘weg van het kruis’ in Jeruzalem, gaan kopieën van de The Passion of
The Christ van de hand voor bijna vijf euro.
De geluids-en beeldkwaliteit van de dvd’s en videobanden is matig tot
erbarmelijk en soms ontbreekt vertaling uit het Aramees, de lingua
franca van het bijbels Judea en Samaria.
Toch worden er – onder de toonbank – goede zaken gedaan door de video-en dvd stalletjes in de Oude Stad.
Het besluit van de grote filmdistributiemaatschappij om in Israël de
verfilmde kruisiging van Jezus Christus wegens het vermeende
antisemitische karakter”voorlopig” niet uit te brengen, hoeft voor de
Arabische handelaren niet teruggedraaid te worden. “Ik had 25 kopieen
en die waren binnen een dag weg. Sommigen zonder vertaling, maar wie
Hebreeuws en Arabisch spreekt, kan het best volgen”, zegt Mustafa
Rafah, wiens stal vlak voor de poort naar het moslimkwartier staat.
In Ramallah, Nablus en Hebron op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza
Stad circuleren ook tientallen illegaal gedownloade of gekopieerde
versies van The Passion, die al maanden onderwerp is van
verontwaardiging in joods Israël. En de meest prominente Palestijn,
president Arafat, heeft in zijn half verwoeste bunker in Ramallah de
film ook al gezien. Met zijn bekende, egocentrisch georiënteerde gevoel
voor theater recenseerde Arafat de film als een “historisch en
indrukwekkend werk en niet in het minst antisemitisch”.
Via zijn woordvooerder Nabil Abu Rudeineh liet hij weten dat “de
Palestijnen dagelijks blootgesteld worden aan het leed en de pijn die
Jezus tijdens de kruisiging moets ondergaan”.
Een typische Arafat-opmerking die er op de Westelijke Jordaanoever en
in de Gazastrook inging als verse, smeuïge hoemoes en waarmee hij joods
Israël natuurlijk op de kast joeg.
Hoewel de film in kleine kring – in hotels en sommige bioscopen – voor
beperkte, geselecteerde groepen, al is vertoond, is er over de
beslissing de film niet in roulatie te brengen weinig discussie.
Een toelichting willen de filmdistributiemaatschappijen niet geven. “Te
gevoelig” en “thans ongepast” zijn steekwoorden in nietszeggende
verklaringen.
Er is goed geluisterd naar de Ashkenazische opperrabbijn Yona Metzger
en diens Sefardische collega opperrabbijn Shlomo Amar, die al in
januari opriepen tot een boycot van The Passion. Een oproep die werd
onderschreven door de religieuze partijen in de Knesset, een enkele
minister en tal van joodse organisaties. Volgens Metzger is de film
“een klassiek geval van christelijk antisemitisme en in moderne tijden
ook brandstof voor het moslim-antisemitisme”.
Dat de distributiemaatschappijen zelfcensuur hebben gepleegd, heeft
vermoedelijk ook een commerciële reden. In 1988 werd The Last
Temptation of Christ van Martin Scorese eerst verboden, hetgeen een
heftig debat tot gevolg had. Vervolgens werd de film wel vertoond en
flopte aan de kassa.
Merkwaardiger is het dat de cinematheken in Jeruzalem en Tel Aviv,
filmhuizen met een uitstekende reputatie, waar op dit moment
bijvoorbeeld de documentaires Checkpoint en Anna’s Children draaien, de
The Passion, nog niet hebben geprogrammeerd.
“Ik ben dat zeker van plan”, zegt directrice Lia van Leer van de
Jeruzalem Cinematheque: “Ik heb al geprobeerd in de Oude Stad een
illegale kopie van goede kwaliteit te pakken te krijgen, maar ze zijn
steeds uitverkocht. Ik wil graag de film vertonen en begeleiden met een
discussie tussen christelijke, joodse en islamitische geestelijken. De
mensen zijn niet dom, ze kunnen heel goed zelf een o