Op vrijdag 26 maart schreef het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap de volgende condoléances aan koningin Beatrix en in vergelijkbare bewoording aan Prins Bernhard.
"Diep bedroefd willen wij U alsmede het gehele Huis van Oranje onze deelneming betuigen met het overlijden van uw moeder H.K.H. Prinses Juliana. Met u treurt ons kerkgenootschap om het heengaan van zulk een bijzondere, edelmoedige en liefdevolle persoonlijkheid. Door haar indrukwekkende optreden, met name ook jegens ons kerkgenootschap, heeft Uw betreurde moeder een plek verworven in de harten van de Joodse bevolking. Prinses Juliana zal in onze herinnering voortleven vanwege de bijzondere en warme belangstelling die zij – met Uwe Majesteit – steeds voor het Joodse volksdeel van ons land heeft getoond en haar blijk van buitengewone interesse voor de staat Israël, onder meer tot uitdrukking komend in de oprichting van het naar H.K.H Prinses Juliana genoemde woud in Israël en het bezoek dat zij aan het land heeft gebracht. Ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, nu vier decennia geleden, werden de toenmalige leden van de Permanente Commissie (bestuur) en de destijds fungerende Opperrabbijnen door de koningin op paleis Soestdijk ontvangen.
Wekelijks wordt in de ochtenddienst van sjabbat in al onze synagogen gebeden voor het welzijn van U en van het gehele Koninklijk Huis. Morgen bidden wij daarnaast ten behoeve van de zielerust voor onze betreurde voormalige koningin. De Koning aller Koningen vragen wij haar in de wereld die zij nu betreedt, het hemelse welzijn te schenken en haar ziel te bundelen in de bundel van het eeuwige leven.
Beleefd verzoeken wij U onze oprechte gevoelens van medeleven in ontvangst te willen nemen.
Eind persbericht.