De column van prof. Arnold Heertje over de ‘kraak’ van een aantal Amsterdamse panden met joodse geschiedenis.
Dat krakers joods cultureel erfgoed in de Prof. Tulpstraat bezoedelen, verbaast niet. Verbazingwekkend is dat de Amsterdamse politie de huisvredebreuk zonder slag of stoot gedoogt. Omwonenden waarschuwen meteen het bureau in de Anne Frankstraat, de agenten komen en doen niets. Hebben hun bazen verboden in te grijpen of zijn ze zelf te benauwd om handelend op te treden ?
Niemand weet het antwoord, maar het beeld wordt bevestigd dat aangifte doen van racistische incidenten en inbraak bij de politie zinloos is. Geen wonder dat mensen steeds vaker het recht in eigen hand nemen, ook al ontwricht dat onze rechtsorde.
In de Prof. Tulpstraat moeten deze zogenaamde krakers zo snel mogelijk worden verwijderd. Met grote moeite is het enkele jaren geleden gelukt deze historische panden met een breed gedragen culturele betekenis voor afbraak te behoeden. Het idee dat misdadige jongelui alsnog de schaarse restanten van joods Amsterdam vernielen, is onverdraaglijk.
Bovendien behoort het gemeentebestuur te voorkomen dat de andere panden ten prooi vallen aan dezelfde deugnieten. Als de politie door onwil, onkunde of bureaucratie niet bij machte is een paar historische panden in de Prof. Tulpstraat te beschermen, is Amsterdam diep gezonken.
Dat krakers een authentieke voordeur van Prof. Tulpstraat 8 vernietigen, verbaast niet. Verbazingwekkend is dat de politie van hoog tot laag geen hand uitsteekt. Niemand is verantwoordelijk. Niemand heeft het gedaan. Niemand heeft schuld. Ondertussen worden monumenten om zeep geholpen.
Gisteren was het de Oesterbar, vandaag is het de Prof. Tulpstraat en morgen het Rembrandthuis. Wanneer komt iemand op het idee van een hek ?
Bron: Het Parool, 8 maart 2004