Dat vindt dr. Nabil Hilmi, decaan van de rechtenfaculteit van de
universiteit van Zagazig. Hilmi wil daarvoor alle joden ter wereld voor
de rechter dagen. Hoe hij dat wil doen is niet duidelijk, maar daar
gaat het ook helemaal niet om. Waar het wel om gaat is aandacht van de
pers – en die heeft hij in Egypte voor zijn verhaal meer dan voldoende
gekregen.
<p>Hilmi presenteert een interessante getuige. Het boek Exodus
schrijft dat de kinderen Israëls zilveren en gouden vaten van de
Egyptenaren hadden geëist, alsmede klederen, en zo beroofden zij de
Egyptenaren (Exodus 12:35-36).
En aangezien Exodus het Woord van God is, mag hier
niet aan worden getwijfeld. Er is nog wel een klein probleem over de
omvang van de gestolen goederen en over het feit dat de kwestie allang
verjaard is, maar dat doet er voor deze doctor in de rechten niet toe.
Hilmi wil daarom een stichting in het leven roepen ter bescherming van
rechten die nooit kunnen verjaren.
De auteur Ahmed Abu al-Nur had eerder in zijn boek
“De meest gevaarlijke jaren van de aarde” berekend hoeveel de joden de
Egyptenaren verschuldigd zijn. Hilmi heeft daar dankbaar gebruik van
gemaakt. Het ging om 600.000 mannen die elk wat van de Egyptenaren
hebben meegenomen. Neem vervolgens een rente van 10 procent per jaar
met een duur van 3500 jaar (een paar honderd jaar meer of minder in de
berekening doet er niet toe) en daar heb je een flinke schadeclaim. Zo
hoog dat je daarmee de hele staat Israël in één keer failliet kunt verklaren.
Dr. Larry Levine, een orthodoxe jood uit New York,
ligt van deze schadeclaim niet wakker. De Talmoed gaf al in de vijfde
eeuw een antwoord op deze eis. Een rabbijn antwoordde toen een
Egyptenaar dat Egypte best zo’n schadeclaim mag indienen, maar er zou
dan een andere claim volgen, namelijk die van de betaling voor
honderden jaren slavenarbeid – met rente.
Het gaat niet alleen om deze schadeclaim, maar ook
om beweringen van de schrijver Ahmed al-Nigmy dat joden waarschijnlijk
een claim voorbereiden om de steden Rameses en Pithom in bezit te
nemen. Want staat er niet in Exodus 1:11 dat deze steden door de joden
gebouwd zijn? En zijn de archeologen die daar werken daarom niet druk
doende
deze steden te vinden? Stel je voor, een joodse claim op het hart van
de Oostelijke Delta. Daar moeten Egyptische lezers toch even van
schrikken.
Veel buitenlanders in Egypte doen deze beweringen
lachend van de hand. Ze vinden het te waanzinnig om daar nu veel drukte
over te maken. Joden claimen toch geen deel van de delta? En is die
Hilmi nu een decaan van een juridische faculteit? Zijn dit geen
voorbeelden van antisemitisme in Egypte?
Wellicht kun je het uitgelokt antisemitisme noemen,
want er is een voorgeschiedenis. Enkele joodse organisaties claimen een
schadevergoeding voor het verlies van joods bezit in Arabische landen
in de eerste decennia na de stichting van de staat Israël. Dat dit in
Egypte vooral te maken heeft met massale nationalisaties die iedere
Egyptenaar troffen -moslim, christen en jood- wordt gemakshalve maar
even weggelaten. En die eisen staan volgens Levine weer in verband met
Arabische eisen voor een schadeloosstelling voor hetgeen Israël de
Palestijnen heeft aangedaan. En zo is het conflict tussen Israël en de
Palestijnen in een serie waanzinnige schadeclaims uitgemond die geen
enkel ander doel dienen dan de eigen achterban te laten zien hoe slecht
de ander wel niet is.
Zowel Egyptische als joodse artikelen over
schadeclaims proberen de indruk te wekken dat zij redelijk zijn en de
ander onredelijk. Het is ook duidelijk dat claims liefst nog radicalere
tegenclaims proberen uit te lokken om daarmee het grote publiek te
kunnen laten zien hoe extreem Arabieren of joden kunnen zijn. De
reactie van Himi, die beslist geen moslimfanaticus is, is daarvan een
voorbeeld. Bij andere claims, zoals die van Ahmed al-Nigmy, gaat het
erom Egyptische lezers te laten