Afgelopen woensdag heeft het Belgische Hooggerechtshof de “zaak van Sharon” verdaagd, omdat hij tijdens zijn officiële functieperiode in Israël, geniet van de politieke onschendbaarheid. “Maar daarna kan er nog van alles gebeuren.” Ik probeer het zachtjes te zeggen: een beetje een chotspe, die uitspraak.
Ten eerste: met welk recht bepaalt Belgie wie er wel of niet gelijk
heeft in de wereld? Niemand hoeft zich, tegen zijn wil, onder het gezag
van een ander te stellen. (Behalve het gezag van je eigen land, maar
dat is omdat je daar woont, je daar geniet van de condities, en opdat
het geen wetteloos en onleefbaar oord wordt.) Het is te vergelijken met
dat ik het buurjongetje een draai om zijn oren geef, omdat hij snoept
na het tandenpoetsen, wat mijn eigen kinderen niet mogen. Overigens, is
er nog een gebied te bekennen waarop de Belgen mondiaal zo buitengewoon
uitblinken? Denken zij, zonder de laatste decenia veel noemenswaardige
wetenschappers, sportmensen, kunstenaars etc. etc. te hebben
voortgebracht, dat zij de Hoogste Moraal in pacht hebben? Zelfs onze
eigen Mega-diplomaat, Shimon Peres, heeft zich uitgesproken tegen de
gemeende ultra-wijsheid van mijn vroegere Zuiderburen. (Zijn alle
Belgische wandaden in Kongo overigens al berecht?)
Ten tweede. Als we het al over de moorden in Sabra en Chatila hebben:
niet door Israël gepleegd. Je kunt erover discussieren (is ook
uitgebreid gedaan) in hoeverre Israël dit had kunnen/moeten verhoeden,
maar ik meen dat er in Belgie geen rechtzaak loopt tegen Christelijke
Falangen, beestachtigen die deze massamoord pleegden. Het is een
interne Libanese aangelegenheid geweest, en Israël was toevallig,
noodgedwongen, in de buurt.
Ten derde. Noodgedwongen zeg ik? Jazeker! Men neigt te vergeten dat er
tussen Israël en Libanon geen grensgeschil bestaat. Ook voor 1983 was
dat het geval, maar de burgers van Noord-Israël leefden toen min of
meer continu in de schuilkelders. Waarop waren de aanvallen dan gericht
als er geen meningsverschil bestond hoe de grens moet lopen? Gewoon,
het oude thema, “Israël de zee in”.
Ook voor diegenen die zeggen dat het misschien de moeite waard is om
wel, te zijner tijd, voor het Belgische gerechtshof te verschijnen, om
voor eens en altijd gehoord te kunnen worden, zeg ik dat het verdoen
van je tijd is. Antisemitisme is nooit erg vatbaar geweest voor rede.
Het verhaaltje dat mij in gedachten komt is dat beschreven wordt in
Multatuli: Nathan staat terecht wegens de verdenking dat hij een vrouw
in stukken zou hebben gesneden, waarop de doodstraf staat. Na een lange
zitting, waar alle argumenten in het voordeel van Nathan van tafel
gemaaid worden, komt de betreffende dame zelf de rechtzaal binnen, en
ze zit nog compleet aan elkaar, levend en wel. Doch de rechter is niet
van zijn stuk te krijgen: “Het geeft niet, de Jood is schuldig!” De
wijze Hileel zei het al (Pirkee Avot 1:14): “im een ani li, mi li?”
(als ik niet voor mezelf zorg, wie zal dat dan voor me doen?)Iemand
stelde voor dat er in Israël een wet moet worden aangenomen, volgens
wie een ieder die zich uit tegen het bestrijden van terreur, in Israël
berecht zal kunnen worden. Eerste verdachten zijn zonder twijfel de
Belgische rechters.
Dani Evers werd geboren in Amsterdam. Na zijn middelbare school ging
hij naar Israël, waar hij o.a. psychologie en computerwetenschappen
studeerde. Evers woont met zijn gezin op de Westbank, in de kleine
gemeenschap Yakir.