Dit artikel gaat niet over Afrika, hoewel de titel hierboven dat misschien suggereert. Nee, het donkere continent van de wereld van vandaag is Europa. Duisternis suggereert onwetendheid en ongeletterdheid, onderontwikkelde hulpbronnen, ziekten en armoede, dictatoriale regeringen en wijdverspreid geweld. Geen van deze condities gelden voor het Europa van vandaag. Desalnietemin ben ik ervan overtuigd dat Europa recht heeft op toekenning van deze dubieuze, maar wel-verdiende titel.
Er zijn vele redenen die deze conclusie rechtvaardigen. Ik wil mij op drie daarvan concentreren, en die alle drie op het Joodse volk en de Staat Israël direct of indirect betrekking hebben. Zij hebben alle drie betrekking op duisternis van ziel en geest, verdraaide visie en onwaarachtige trots en arrogantie.
Europa is nog steeds een plaats van onverdraagzaamheid en slecht verhulde haat tegen ?de ander.? Er is geen echte fundamentele acceptatie of tolerantie van buitenlanders, vreemdelingen of minderheden. Iedere toerist die ooit Frankrijk, Zwitserland of Duitsland bezocht heeft, weet wat ik bedoel. Europa is gezoogd aan de borst van de Rooms Katholieke Kerk toen die op zijn hoogtepunt was van onverdraagzaamheid en macht. De Middeleeuwen leven nog altijd in de donkere geest van Europa, de pogroms, de Inquisitie, de ketters die sterven in de foltering van de ?heilige? vlammen.
In de afgelopen eeuw heeft de wereld kunnen meemaken waartoe Europa in staat is, wanneer het wilde beest, dat vlak onder zijn kosmopolitische en geciviliseerde vernislaagje op de loer ligt, wordt losgelaten. De twee wereldoorlogen, de communistische slachtingen en knechting van miljoenen, de Holocaust, de Balkanoorlogen, de Spaanse burgeroorlog, het Griekse kolonelsbewind en de voortdurende tolerantie van de hersenloze ?skinheads?, nihilisten en het hele sortiment van haters, zij vormen allen een deel van de Europese geschiedenis en psyche.
Het moge zo zijn, dat Europa in de afgelopen decenia economisch herbouwd is en misschien zelfs wel ook sociaal (hoewel daar in Engeland, bijvoorbeeld nauwelijks enige aanwijzing van te vinden is), maar moreel is het nog niet hervormd. Zijn antisemitisme is duidelijk herkenbaar voor iedereen. Europa is tegelijkertijd anti-Arabisch, anti-Moslim en Pro-Palestijns. Dit wordt pas steekhoudend wanneer de jood aan deze vergelijking wordt toegevoegd. Europa kon de jood niet vernietigen, hoewel het daar enorm zijn best toe heeft gedaan, maar het kan zichzelf nog steeds niet verzoenen met het joodse bestaan.
Europa moet nog steeds met zijn eigen verleden in het reine komen. Het weigert zich de lessen van zijn eigen historie eigen te maken. Het betaalt lippendienst en grote sommen geld om voor de Holocaust te compenseren, maar diep in zijn hart moet het nog klaarkomen met de enormiteit van de schuld en schaamte die iedere ware beoordeling zou veroorzaken. Het moet nog steeds naar zichzelf in de spiegel kijken om de diepe lidtekens en lelijke beschadigingen die het gezicht mismaken, op te merken.
Quisling van Noorwegen, Frankrijks Vichy, Italië?s Mussolini, de Russische tsaar, zijn Lenin en Stalin, Oostenrijks Waldheim en zelfs Duitslands Hitler, zij hebben nog allen hun sympatisanten en volgelingen. Om tegenwicht te geven aan dit bekende fenomeen en om zijn knagende geweten te sussen, heeft Europa een houding aangenomen van vol bekrompen deugdzame zelfvoldaanheid en verstikkende evenwichtigheid in wereldaffaires. Onder de vermomming van vrome vredelievendheid, steunt het niet werkelijk enige effectieve strijd tegen het terrorisme. Het verheerlijkt Jasser Arafat en rechtvaardigt Saddam Hoessein, het heft vermanend zijn vingertje op tegen de Verenigde Staten, dat het zich niet ook wentelt in zijn put van verachtelijke morele gelijkwaardigheid. Het sust zijn Holocaust-geweten door van de joden de aggressoren te maken en van de Palestijnen de slachtoffers, en zo is