De Europese Unie wil blijven onderhandelen, maar een eenzijdige terugtrekking van het Israëlische leger en een totale afscheiding van de Palestijnen is volgens een aantal prominente Israëli?s in de Arbeid een betere oplossing. Een analyse.
Het vertrouwen in de redelijkheid van de Palestijnen is tot een
dieptepunt gedaald, en dat is begrijpelijk. In de maand maart 2003
kwamen meer Israëli’s om bij aanslagen dan ooit,? 124 in totaal. Op 27
maart blies Abdel-Basset Odeh zichzelf op tijdens een Seidermaaltijd in
Netanja, waarbij hij 26 mensen meenam in de dood. Odeh werd al gezocht
door Israël, maar de Palestijnse Autoriteit weigerde hem op te pakken.
Volgens het Amerikaanse weekblad Time zijn er schriftelijke bewijzen
dat Arafat terreuracties financierde en komt maar liefst 70 procent van
de recente zelfmoordterroristen uit Arafats onmiddellijke omgeving.
Voor premier Sjaron waren deze aanslagen ? en de betrokkenheid van
Arafat zelf ? ruim voldoende rechtvaardiging voor een fors militair
optreden, terwijl PvdA-lijsttrekker Melkert op de hoogst briljante
gedachte kwam om Europese ambassadeurs terug te trekken uit Israël.
Er is blijkbaar een fors verschil in perceptie. Het is duidelijk, dat
Europa nog altijd het Oslo-trommeltje roert. ?Oslo? is op alle
mogelijke manieren diplomatiek opgerekt en uitgekauwd, maar het
grondidee is al tien jaar niet veranderd: leven in vrede en veiligheid
met de Arabische buren voor Israël, in ruil voor een Palestijnse staat.
Hoe levensvatbaar is dit scenario echter nog? In het kader van Oslo
moet er immers sprake zijn van een verantwoorde en goed voorbereide
overdracht van de macht. Zoiets vereist goed overleg, maar door de
golven van terreur is het Israëlische vertrouwen in de Palestijnse
Nobelprijswinnaar zozeer gedaald dat verdere onderhandelingen
uitgesloten lijken. Volgens een recente peiling ziet nog maar 15
procent van het Israëlische publiek Arafat als gesprekspartner.
Daarentegen vindt 36 procent dat hij verdreven moet worden en volgens
23 procent van de ondervraagden kan Arafat, als een soort
voortvluchtige Bin Laden, maar beter geëlimineerd worden.
Zijn er, wanneer we de Oslo-gedachte helemaal zouden opgeven, nog
andere oplossingen denkbaar voor dit welhaast overrijpe conflict?Een
nogal macaber alternatief is de zogenaamde ?transfer?; bijna de helft
van de Israëliers is momenteel de mening toegedaan dat de Palestijnen
beter in Jordanië kunnen gaan wonen, een idee dat in de jaren zeventig
nog zo radicaal werd gevonden, dat de Kachpartij wegens de verbreiding
ervan werd verboden.De tijden zijn veranderd. In steeds bredere kringen
leeft het besef dat het Palestijnse probleem niet met dit type
militaire middelen kan worden opgelost. De meer dan drie miljoen
Palestijnen uit de bezette gebieden zullen uit zichzelf niet gaan
verhuizen, en ze domweg over de Jordaan duwen zou resulteren in een
menselijke tragedie van ongekende omvang, die ook de Palestijnse
minderheid zou treffen die tot op heden het terrorisme tegen Israël
niet steunt. Een transfer zou leiden tot grote spanningen met de
Arabische Israëli’s en de Arabische buurlanden, en zou het einde
betekenen van de vredesverdragen met Jordanië en Egypte. Waarschijnlijk
zouden ook de uitstekende betrekkingen met Turkije worden bedorven, een
land dat nu al roept dat Israël aan ?genocide? doet.VondelingEn er zijn
meer nadelen verbonden aan een min of meer gewelddadige transfer.
Israël wordt eerder moreel ter verantwoording geroepen dan andere
landen. Het moderne Israël kan niet zonder goede relaties met de
Verenigde Staten en Europa, en die hebben een prijs. Koning Hoessein
van Jordanië kon in 1970 achtduizend Palestijnen om het leven brengen
en in de westerse en de Arabische wereld voor ?gematigd? blijven
doorgaan, maar Israël kan zich dat soort gedrag niet veroorloven.
Israël is te vondeling gelegd door de Verenigde Naties, en, geboren met
een morele hypotheek, kan de joodse staat op ieder momen