In deze serie komen Nederlanders aan het woord, die naar Israël zijn geëmigreerd. In de eerste aflevering het verhaal van Naomi Weijel-Souget, die op haar dertiende alija maakte. Drie jaar daarna werden haar moeder en zus door Hamas neergeschoten.
Naomi (22) is getrouwd met Ilan Weijel. Samen wonen zij in Ma’?ale Adoemim, een plaatsje bij Jeruzalem.
Ilan en Naomi leerden elkaar kennen op een sjeva brachot van vrienden
van de familie. Naomi: “?Daar kwamen we naast elkaar te zitten en het klikte.
Toen hebben we eerst anderhalf jaar geschreven en daarna zijn we
begonnen met daten.?”
Naomi en Ilan zagen elkaar gemiddeld twee weken elke drie maanden. Zo
hebben zij het twee jaar volgehouden. “?Het was erg moeilijk. Er waren
een heleboel mensen die dachten dat we het niet vol zouden houden. We
konden niet eerder trouwen, want we studeerden allebei. Ilan
fysiotherapie in Nederland, ik binnenhuisarchitectuur in Israël. En we
wilden allebei onze studie afmaken. Samen zijn kon pas daarna.”
?Na zijn afstuderen emigreerde Ilan naar
Israël, waar hij Naomi trouwde. Daar leiden zij nu een orthodox leven.
Alija?
Naomi: ?”Mijn moeder voelde zich altijd al aangetrokken tot het
religieuze leven, mijn vader iets minder. Zij zijn gescheiden toen ik
vijf was en daarna zijn we in de religie gegroeid. Mijn moeder had ook
al langer de drang om in Israël te gaan wonen, maar mijn vader wilde
niet. Toen de scheiding erdoor was, wilde mijn moeder de stap toch
wagen.?”
Het duurde nog jaren voordat de familie alija maakte. “?Mijn moeder
heeft ons er langzaam op voorbereid. We zaten op Bne Akiwa, een
zionistische jeugdbeweging. Je leeft ernaartoe. Als we niet met z’n
allen waren gegaan, was ik op mijn achttiende zelf naar Israël
vertrokken. Gaan zou ik absoluut.?”
“Op mijn dertiende vertrokken we naar Israël. Ik heb nooit één moment
spijt gehad. Ik voel me meer thuis bij de Israëli’s. Ik kan niet
precies benoemen waarom, misschien ben ik iets informeler. Nederlanders
zijn vaak heel beleefd en dat vind ik soms moeilijk. Je weet niet of ze
vriendelijk tegen je zijn omdat ze je echt aardig vinden of alleen maar
uit beleefdheid. Hier in Israël is het allemaal veel directer. Je merkt
meteen of iemand je mag of niet mag. Ik houd daar wel van.”
?Meisjesschool
Eerst ging het gezin in Kfar Adoemim wonen. Toen Naomi?s moeder een
baan in Herzlia kreeg, verhuisden zij naar Ariel, inmiddels een grote
plaats in de West-Bank. ?”Mijn moeder wilde perse in een settlement
wonen, dat symboliseerde Israël voor haar. Ik besloot naar een
religieuze meisjesschool te gaan. Mocht ik het te religieus vinden en
het niet volhouden in rokken – ik was toch gewend een spijkerbroek te
dragen – dan zou ik alsnog naar een openbare school gaan. Maar het
beviel me juist heel goed. Dat er geen jongens in de klas zaten, wende
heel snel. Ik vond het erg gezellig. Die rok was er ook vrij snel in en
bleef erin.”
Toen Naomi?s moeder in Jeruzalem weer een andere baan kreeg, besloot
Naomi naar een internaat te gaan. ?”Daar heb ik drie fantastische jaren
gehad. Er was altijd iemand die je met je huiswerk kon helpen. Goede
sfeer, goede leraren. Het merendeel van de leraren was ook op mijn
bruiloft. Toen mijn moeder overleed, hebben mijn leraren mij geweldig
opgevangen. Ze waren er allemaal voor me.”
“Ik ben bang dat het mama is”
“Het is vlak na Sjawoe’ot gebeurd. Mijn moeder en mijn zus waren voor
Sjawoe’ot naar het Zuiden gegaan. Ik had Sjawoe’?ot op mijn internaat
gevierd, mijn broer Saul was thuisgebleven om te studeren. Mijn vader
woonde in Nederland. Op de dag dat mijn moeder en zus terug zouden
komen uit het Zuiden ben ik vroeg naar bed gegaan. Ik voelde me niet
lekker. Voor mijn moeder heb ik een briefje neergelegd. Dat is
eigenlijk heel dramatisch, want dat briefje heeft ze nooit gelezen.”
“Om een uur of negen maakte mijn broer