Werd Otto Frank gechanteerd door NSB-?er Anton Christiaan (Tonny) Ahlers? En was de tip die leidde tot de deportatie van de familie Frank afkomstig van deze meneer Ahlers? Deze vragen komen naar voren naar aanleiding van de biografie ‘Het verborgen leven van Otto Frank’. De Britse biografe Carol Ann Lee (1969) beantwoordt deze vragen positief. Zij concludeert dit aan de hand van de nagelaten correspondentie van Otto Frank.
Jarenlang gold als hoofdverdachte de voormalige magazijnchef van
Opekta. Vervolgens figureerden de inbrekers die Otto Frank in het
voorjaar van 1944 tijdens hun nachtelijke werkzaamheden tegen het lijf
waren gelopen als de meest waarschijnlijke daders. Maar wie dat waren
is nooit vastgesteld. En Melissa Muller, de Oostenrijkse biografe van
Anne Frank, wees in 1998 de schoonmaakster Lena Hartog-van Bladeren als
meest waarschijnlijke kandidaat aan.
Otto Frank (1889-1980) was de directeur van Opekta, die handelde in
zoetstoffen en de grondstof pectine. Tijdens de oorlogsjaren leverde
hij aan de Wehrmacht en zelfs aan Hitlers Obercommando in Berlijn. Otto
Frank ontmoette Tonny Ahlers voor het eerst op 18 april 1941 op zijn
kantoor aan de Prinsengracht. Ahlers beschikte over een brief van een
oud-werknemer van Frank, waarin deze dreigde Otto Frank aan te geven
wegens anti-Duitse uitlatingen. Frank betaalde Ahlers om de brief
geheim te houden. Ahlers startte een eigen inkoopbureau voor de
Wehrmacht en werd een zakenrelatie van Otto Frank. Opekta leverde aan
de firma van Ahlers.
Volgens Lee verviel met het faillissement van Ahlers’ bedrijfje in 1944
ook de grondslag van de bescherming die hij Frank en diens gezin had
geboden. Zij maakt in haar boek aannemelijk dat het Ahlers was, die in
samenwerking met de SD’er Maarten Kuiper het Achterhuis heeft verraden.
Kuiper was op 4 augustus 1944 aanwezig bij de arrestatie van de familie
Frank en betrok op 3 augustus 1944 het huis van Tony Ahlers in de Jan
van Eyckstraat.
Maar hoe Ahlers wist waar de familie Frank verbleef is niet duidelijk.
De beide heren hadden elkaar ontmoet voordat de familie Frank op 6 juli
1942 het Achterhuis betrok. Het is bekend dat Otto Frank wist dat
Ahlers een NSB’er was. En als Frank inderdaad gechanteerd werd door
Ahlers is het ongeloofwaardig dat Frank hem over zijn nieuwe adres zou
inlichten.
Ahlers is na de oorlog als politiek delinquent geïnterneerd, maar is
nooit in verband gebracht met het verraad van de familie Frank. Otto
Frank is Ahlers nog lange tijd als zijn weldoener en beschermer blijven
beschouwen, en heeft zich voor zijn vrijlating beijverd.