Gebeden en gewoonten voor Sjabbat Sjoewa en Erev Jom Kippoer

“Roep Hasjem wanneer Hij gevonden kan worden; roep Hem wanneer Hij dichtbij is” (Jesjajahoe 55:6)Onze geleerden leren ons dat dit vers uit de profeten betrekking heeft op Jom Kippoer.

Dit geldt zowel voor een individu als voor een gemeenschap: wanneer zij het uitschreeuwen en serieus berouw tonen, worden zij onmiddellijk geantwoord, zoals er geschreven staat [in Dewariem (Deuteronomium) 4:7]: Welk groot volk is er dat een G’d heeft die zo dichtbij hen is, als de Eeuwige onze G’d is wanneer wij Hem roepen? (Hilchot Tesjoewa 2:6). “Om die reden is het de gewoonte van heel Israël om extra liefdadigheid te beoefenen en Mistwot en vele goede daden te doen, speciaal gedurende deze dagen tussen Rosh Hasjana en Jom Kippoer, meer nog dan gedurende de rest van het jaar. Het is ook de gewoonte gedurende die dagen om vroeg in de ochtend op te staan, wanneer het nog donker is, en in de synagogen smeekgebeden te zeggen, die om vergiffenis vragen, tot het aanbreken van de dag.” (Hilchot Tesjoewa 3:4).Het belang van deze tien dagen als een periode van berouw en inkeer wordt in talrijke midrasjiem benadrukt, in navolging van de Talmoed (Rosj Hasjana 17b): “Wie alsnog berouw toont en tot inkeer komt tussen Rosj Hasjana en Jom Kippoer, zal worden vergeven.” Hieruit leidt de samensteller van de Sjoelchan Aroech de volgende leefregel af (in Orach Chaïm 602): “Op alle dagen tussen Rosj Hasjana en Jom Kippoer moet men zijn gebeden en smeekgebeden vermeerderen.” En de Rama (Rabbi Mozes Isserles) voegt daaraan toe dat men op die dagen, behalve op Sjabbat, ‘s ochtends en ‘s middags Awinoe Malkeinoe [Onze Vader, onze Koning] moet zeggen en de Widdoei (zondebelijdenis) moet driemaal gezegd worden, voor zonsopgang (volgens de Rokeach).De Sjabbat in de week tussen Rosj Hasjana en Jom Kippoer staat bekend als Sjabbat Sjoewa, wegens de Haftora die op die Sjabbat gelezen wordt in de synagoge nadat uit Tora is gelezen, het laatste deel van het boek Hosea, dat begint met het woord “Sjoewa”, en dat een oproep is tot berouw en inkeer. Daar de afdeling echter slechts uit negen zinnen bestaat en iedere Haftora minstens uit 21 zinnen moet bestaan*, is het de gewoonte om iets toe te voegen uit het boek Joël (2:15-27), hetgeen wat inhoud betreft, nauw verwant is aan de voorafgaande verzen uit Hosea (Overeenkomstig Orach Chaïm 144:1). De Javetz (Jakov van Embden, zoon van Chacham Zwi) merkt op dat het in sommige gemeenten de gewoonte is om de laatste drie zinnen uit het boek Micha toe te voegen. Dat is de Portugese gewoonte in Nederland. In verband met de moeilijke inhoud van deze Haftora en de oproep tot berouw en inkeer, is het beter wanneer deze Haftora niet door een jongeman wordt gelezen maar door een geëerd lid van de gemeenschap (MAHARIL). Op deze Sjabbat wordt Ha’azinoe of Wajelech gelezen (dit jaar Ha’azinoe). Dat wordt aangeduid met het sleutelwoord HaZIW LaCh [Uw glorie] hetgeen al in de Talmoed (Rosj Hasjana 31a) genoemd wordt als geheugensteuntje. Dit heeft speciale betekenis, zoals gezien kan worden aan de diverse interprataties in de verschillende bronnen. Rabbi Saädia Gaon, bijvoorbeeld geeft de volgende betekenis: de Hé (numerieke waarde 5) slaat op de vijf mannen die op Rosj Hasjana voor de Tora worden opgeroepen; de Zajin (numerieke waarde 7) is het aantal mannen dat op Sjabbat wordt opgeroepen; de Joed (10) heeft betrekking op de tien dagen van inkeer; de Wav (6) geeft het aantal mannen weer dat op Jom Kippoer voor Tora wordt opgeroepen; de Lamed (30) is het minimum aantal tonen dat op Rosj Hasjana op de Sjofar geblazen moet worden (Sjibollet Leket 306). Deze verklaring geeft dus geen betekenis voor de Chaf (20). De Machzor Vitri zegt dat dit slaat op het aantal vastendagen die men vanaf Rosj Chodesj Eloel tot Jom Kippoer moet in acht nemen.Sjabbat Sjoewa wordt ook altijd gekenmerkt door een speciale toespraak door de Rabbijn van de gemeente. De bedoeling van die toespraak is de mensen op te wekken om tesjoewa te doen, zo

Advertentie (4)